Natuurgeweld!

In Cascais vonden we een gaswinkel waar ook flessen verkocht worden, maar niet die met onze aansluiting. Eigenlijk hadden we al besloten dan maar een Portugese fles te kopen van Repsol- want die hebben ze in Spanje ook. Zo dachten we het gasprobleem dan maar op te lossen. Onze eigen fles -in zeer goede staat- moet dan maar naar de stort ofzo gebracht worden, want we hebben geen plek voor nog een fles. Dus wij onderweg met onze lege gasfles in de bijboot om deze te brengen bij de gaswinkel waar we de nieuwe fles en bijbehorende koppelingen zouden gaan kopen.

Halverwege de baai passeren we een boot met een Belgisch vlaggetje. We varen even langs om gedag te zeggen en even kennis te maken. De man aan boord blijkt een Nederlander te zijn die onder Belgische vlag voer omdat hij de boot met een Belgische vriend had gekocht. Zijn naam is me ontschoten maar hij vertelde over zijn reizen over de wereld per zeilboot.
Hij kon tien jaar in Azië reizen per boot omdat 'je geld daar nog wat waard is' vertelde hij. We babbelden wat tot het gesprek op de fles in onze boot kwam. 'Ik heb ook een lege fles, en morgen komt mijn zus en dan gaan we hem proberen te vullen bij het tankstation'. En dat ik wel kon meerijden als ik wilde.
Nou daar hoefden we niet lang over na te denken. Hij had een verloopnippel voor de fles waar je een LPG koppeling van een tankstation op kon aansluiten dus dat leek me wel goedkomen. Dus toen zijn zus ons 's anderendaags oppikte met haar oude Mercedes en ons bij het tankstation gebracht had- een dorpje verderop- probeerden we de koppeling aan te sluiten op onze fles.

Hier aangekomen bleek dat we allebei geen ervaring met LPG tanken hadden.
Hoe moeilijk kan het zijn dacht ik, maar toch viel het nog niet mee. Achteraf denk ik dat we de tankslangkoppeling verkeerd gebruikten of dat ie toch gewoon niet goed paste. Het leidde in iedergeval tot een hoop gesis en geduw en getrek om de koppeling op de fles te krijgen. Na een tijdje lukte het en bij het drukken op de knop begon de pomp te lopen. na een paar kg gas sprong de O-ring van het koppelstukje eruit en siste het koude gas met flinke kracht weer uit de fles. Geen paniek, gewoon even geen vonkjes maken en de kraan weer dichtdraaien, maar heel ontspannen bleef ik er ook niet onder. Even de O-ring er weer tussen, beetje harder vastzetten en nog een keer proberen. Enfin, omdat onze fles geen vulbeveiliging heeft -iets wat een tank van een autolpg installatie wél heeft- vond ik het na twaalf of dertien kilo wel welletjes. In de fles zat oorspronkelijk vijftien kilo maar gezien het gedoe en de risico's vond ik het wel mooi zat.
Prachtige grafitti in Lissabon.

De fles van mijn gasgenoot hebben we ook nog een paar keer geprobeerd aan te sluiten, maar ook hier met heel veel gedoe en lekkage. Daardoor wisten we ook niet meer goed meer hoeveel er nou in de fles gekomen was en hoeveel ernaast, dus je kan dan niet meer vertrouwen op de meter van de pomp hoe vol je fles werkelijk is. Dus we stopten er maar mee en dat was eigenlijk het eerste verstandige besluit van die dag. Zonder noemenswaardige explosies zijn we terug gereden naar de boot. Ik wilde wel een raampje open, maar het stonk  nog zo naar gas in de auto dat ik niet op het knopje durfde te drukken. Living on the edge ;-)
Aan boord gekomen heb ik wel nog alle gasslangen vervangen voor nieuwe.

We hebben ook besloten dat we minder gas moeten gaan gebruiken dus het volgende project is een omvormer installeren met voldoende vermogen om een kleine waterkoker mee heet te kunnen stoken. Stroom kunnen we tenminste zelf opwekken. Een beetje althans. Ik hoop de opbrengst van de panelen te verbeteren door ze parallel te schakelen in plaats van in serie. 
Daags na onze aankomst in de drukke ankerbaai van Cascais werden we wakker van zwaar motorgeronk. 'Dikke motorboten' dacht ik nog even, en het was ook gauw weer weg. Maar een paar minuten later was het weer, en ook weer weg. Omdat het niet ophield steek ik mijn hoofd uit het luik zie ik een geel vliegtuig laag op ons afvliegen, hij trekt juist op boven de voor anker liggende boten, vliegt laag over de stad en draait dan af naar het Sintra National park. Daar is een grote rookpluim te zien. Even later komt er versterking van nog drie blusvliegtuigen, en ze vliegen af en aan, tot laat in de middag. Ze laden water door met de tank over het oppervlak te scheren en trekken dan op, met zwaar ronkende motoren en nog zeewater lekkend over de boten in de baai.

Blusvliegtuigen in de baai

Een indrukwekkend gezicht, en met de verrekijker zie ik de vliegtuigen volgeladen en met ronkende motoren moeizaam optrekken van het wateroppervlak, met aan weerszijden een vortex van waternevel aan de vleugeltips. Oh had ik maar een camera met telelens!
Ik weet niet hoe groot de brand was, maar er is zoveel zout water uitgestort over het gebied dat er voorlopig niks meer zal branden omdat er geen spriet meer groeit in die zoute grond.




Als we zo in een grote baai liggen voeren we de vissen en vogels restjes aardappelen en sla afval en zo kwam ik erachter dat sommige vissen dol op mais zijn. Ik had al regelmatig vruchteloze pogingen gedaan om een vis te vangen. Het uitwerpen heb ik inmiddels aardig in de vingers. Het uitgooien van een haakje en een stukje lood vind ik tot nu toe eigenlijk het leukste van het vissen. Nog geen enkele vis gevangen, waarschijnlijk omdat ik het haakje te snel weer binnen haal met het molentje, om hem nóg verder te kunnen uitgooien. De sport in sportvissen is wat mij betreft dus het zover mogelijk uitsmijten van het haakje en een beetje hoopte ik eigenlijk dat er niks zou bijten. Eén keer eerder heb ik een kleine vis gevangen, een beetje per ongeluk omdat ik het haakje in het water had laten hangen en vergeten was. Dus het arme beestje hing er waarschijnlijk al een tijdje aan – niet wetende wat ik er nou ineens mee moest heb ik 'm onthaakt en weer laten zwemmen. Ik vond hem ook wat aan de kleine kant.
Maar nu had ik met de verrekijker een Frans bootje zitten bespioneren toen ze aan het vissen waren, en af en toe luid roepend van enthousiasme beet hadden. De Fransman zat in zijn bijboot, zodat ie dichter bij het water was om de vissen makkelijk te kunnen binnenhalen. En de vrouw viste met een lijn op een klosje. Niks geen wedstrijdje versmijten dus dat haalt wel een beetje de sport eruit vind ik, maar ze vingen wél vissen. En als ie beet had, haakje eruit, en dan iets doen om 'm dood te maken. Ik zag niet goed wát, want dat deed hij in de boot.
Dus ik vroeg of Arianne zin had in vis en gooi de hengel uit, dit keer met mais aan het haakje. Ik gooide eerst wat maisjes bij wijze van voorgerecht en toen ik het mais met t haakje erin gooide had ik vrijwel gelijk beet, ik kon 'm zien. Eerst een paar keer erlangs zwemmen, en toen ging ie ervoor. Beet!

Best een grote vond ik. Toen ik de vis aan boord had wilde ik 'm zo snel mogelijk uit zijn lijden verlossen en ik denk dat de Fransman dat met zijn mes had gedaan. Arianne had al een emmer, schaar, mes, snijplank en doek gepakt. Ik sneed zo vlug mogelijk de kop van de vis, en dat geeft een hoop rommel. Een klein bloedbad dat ik bij de Fransman niet had gezien, maar ik dacht ik moet nu wel even doorzetten om het beest niet te laten lijden. Later leerde ik van anderen dat je de vis ook bij de staart kunt pakken en dan wat rum ofzo (zonde!) in de kieuwen kan gieten, dat geeft minder rommel. Want het achterdek is in korte tijd een abattoir vol bloed, schubben en afgesneden visonderdelen. En zelfs als de kop eraf is blijft de rest van de vis bewegen.

In de visbijbel die we hebben gekregen voor vertrek staat stap voor stap hoe het beest te demonteren.


 




Het is een rondvis, we denken een zeebaars, en Arianne leest de stappen voor en gaandeweg - met ruimhartig gebruik van emmers zeewater om de schubben, ingewanden en bloed van het dek te spoelen- eindigt de beproeving met twee best mooie visfilets. Ik ben best tevreden.
We hebben de vis in olie gebakken met peper en zout, en hij was heerlijk!
Als ik weer moed heb ga ik weer vissen. En ik wil nog ergens een goed fileermes kopen, een zeilmes is verre van ideaal voor het demonteren van vis.
In de baai van Cascais ontmoeten we ook de 'Zwerfcat' een 46 voet catamaran van Frans en Ilona. We borrelen een gezellige avond en wisselen verhalen uit. Ik had al (jaren?)eerder gelezen op hun website 'omweg op reis '. Heel leuk en ondernemend stel, en ze houden een leuke en zeer informatieve website bij:zwerfcat waar diverse heel interessante projecten op beschreven worden. Ze hebben een heuse werkplaats aan boord en nu wil ik dus ook een 46 voets catamaran! 

Na een paar dagen in Cascais halen we het anker op om naar Lissabon te zeilen. Na twee uurtjes varen we de Taag op en gaan voor de wind zeilend langs de bezienswaardigheden van Lissabon. Ik weet dat je voor een paar tientjes naar Lissabon vliegt, maar om er met je eigen drijvende huishouden heen te varen geeft toch een ander gevoel. Ik geniet er erg van. 
De Taag opvarend langs Lissabon


In Lissabon drinken we sangria met een jongedame uit Duitsland die een voor een alle Eco villages in Europa aan het afreizen is om te onderzoeken waar en óf ze daar zou kunnen en willen wonen. 
Een en ander heeft best wat raakvlakken met het leven op een zeilboot en we hebben een gezellige avond in het Engels-Duits. 

We doen de toeristenroute, en varen met ons eigen bootje langs de bezienswaardigheden.

Later onmoeten we in een restaurantje nog twee Brazilianen die over hun land vertellen en net aangekomen zijn om in Portugal wat investeringen te doen. 

Een paar dagen voor we eigenlijk weer uit Lissabon willen vertrekken zien we de storm weer op de weerkaartjes verschijnen die we enkele dagen eerder ook al op de langetermijnvoorspellingen hadden gezien. Toen schoven we dit nog wat terzijde. 'Dat is nog zo ver vooruit dat het nog wel verandert' dachten we, en dat was ook eventjes waar, want de storm is slechts bij éen van de weermodellen die we raadplegen zichtbaar. Eenmaal in een haven heb je minder behoefte aan constante weerberichten omdat je toch beschut ligt en dat klopt ook in 95% van de gevallen. Maar bij een orkaan kan een haven ineens in een onwaarschijnlijke heksenketel veranderen waarin alles vermalen wordt wat er in ligt. 
De haven waar we Leslie afwachten valt voor de helft droog. 
Van deze kant hoefden we in ieder geval geen golven te verwachten ;-)



En het lijkt er toch sterk op dat er een heuse orkaan onze kant op komt!? 
Omdat er in de haven waar we liggen geen wind of wolkje aan de lucht is en ik ook geen enkele onrust of activiteiten waarneem die de zorgen bevestigen ga ik maar eens een rondje lopen. Even rondvragen hoe anderen de recente weerberichten interpreteren. Niemand die ik spreek weet ervan of maakt zich zorgen. Engelsen die twee boten verder liggen maken zich in eerste instantie geen zorgen, maar als ze uit inmiddels meerdere bronnen een toch wel heel dieppaars spiraalvormig monster op Lissabon af zien komen gaan ze ook wat meer voorbereidingen doen. Onze Portugese buurman komt ook naar zijn boot om wat extra lijnen te leggen en zijn zeilen vast te binden. 
Leslie in aantocht; de barometer daalt fors!
En een paar uur later komt ie wéér, maar nu om zijn zeilen weer los te maken en helemaal te verwijderen. Ik vraag of ie van gedachten is veranderd of nieuwe informatie heeft, en het laatste blijkt het geval. Volgens het lokale nieuws is er een kans dat de storm in Lissabon aan land komt met windsnelheden van 160km per uur. Heel overdreven veel, en inmiddels zijn er in de haven verschillende mensen bezig met voorbereidingen op hun boot, en enkelen van hen blijven ook de nacht aan boord om de oogjes in de zeilen te kunnen houden.

Omdat wij ook geen enkele voorstelling hebben van 160km per uur wind en ik toch niks beters te doen heb besluit ik om de voorbereidingen dan ook maar te overdrijven. Alle lijnen die we hebben gebruiken we om de boot aan meerdere steigers vast te leggen, ik haal het voorzeil eruit, bind de andere zeilen strak als rolmopsen op de gieken en we draaien de boot om in de box zodat de masten van de buren niet meer tegen onze masten kunnen komen als we veel heen en weer gaan slingeren. Verder haal ik alles eraf wat eraf kan waaien ; zonnepanelen, bimini, buiskap. Ik sjor de bijboot op het dek en wikkel een lijn om het aluminiumprofiel van de genua om de aerodynamica van dit profiel te verzieken zodat het niet kan gaan resoneren.  
Ook bij de buurboten controleer ik of alles wel goed vast ligt. En het belangrijkste; we liggen in een bomproof haven. Hierbinnen kunnen geen golven van zee komen, we liggen 15 mijl inland tussen betonnen muren en de haven heeft zelfs deuren die gesloten worden.

De hele dag lekker druk geweest, en in afwachting van de storm had ik met meerdere collegazeilers in verschillende havens contact via whatsapp. Heel gezellig probeerden we elkaar te overtreffen met foto's van over de zeik waaiende windmeters, maar bij ons viel het enorm mee. Of tegen eigenlijk. We kregen maximaal 30 knopen wind, in een vlaag. En dat was het dan. ;-) 
Het stelde geen reet voor, we hebben recent nog met meer wind voor anker gelegen. Daags na de storm bleek dat deze voor de kust van Lissabon naar het noorden is afgebogen. Toch was ik blij met de voorbereidingen en ik zou het een volgende keer niet anders doen. Het opnieuw optuigen van de boot was na 1,5 uur alweer achter de rug. In Figueira da Foz, honderd mijl noordelijker waar vrienden van ons met hun schip (Aquamarijn) lagen was het wel flink raak geweest, met stroomuitval, keiharde wind en heel veel aan flarden gewaaide zeilen. Hier was de storm het hevigst. Maar ook zij hadden -behalve een paar gebroken landvasten van 18mm (!- breeksterkte : ongeveer 5 ton!!)- gelukkig geen schade aan de boot.
We vieren de overwinning op Leslie met Toon en Marij van zeilboot Pien en vertrekken een  dag later uit Lissabon. 

Op zee is duidelijk merkbaar dat het heel hard gewaaid heeft; er staan golven van vier tot vijf meter, en wij willen wel eens weten hoe dat eruit ziet. En hoe de boot zich daarin gedraagt.
Voor anker bij Sesimbra, mooi strand waar we nog een meeuwenteller ontmoetten. Er zijn ook meeuwen uit Scheveningen hier! Die hebben de patatkraam verruild voor de visserhaven naast de baai.

 Het tochtje duurde niet lang, we gingen maar een haventje verder, naar Sesimbra. De boot gedraagt zich prima in deze golven. Soms als ik achterom kijkt zie ik een indrukwekkende muur van water en steeds denk ik dat we héel nat gaan worden, maar de golf tilt de kont op, we surfen er een stukje op met ons 10 tons huishouden en dan rolt ie onder de boot door. Geen centje pijn, en geen spetter in de kuip. Binnen wordt wel de kastindeling wat wild herschikt en valt een fles glorix om waar het dopje niet goed van vast zit.
In Sesimbra aangekomen gaan we voor anker en met de bijboot naar de kant, we lopen rond in het zonnige leuke plaatsje en stoten bij terugkomst per ongeluk de zwemtrap uit de hengsels. Plons!
Hele mooie fijn gepenseelde muurschildering in Sesimbra.
De trap zinkt als een baksteen. Zeven meter diep. Omdat we voor anker liggen en de boot altijd heen en weer giert achter het anker lig je korte tijd later alweer een paar meter verder. Shit! Zo snel als ik kan pak ik mijn telefoon, en start een appje waarmee ik een GPS positie kan vastleggen. 
Daarna mijn duikbril en snorkel gepakt en overboord. Brr. Best fris water! 'Had ik nou maar dat wetsuit gekocht' en ik scheld op mezelf dat ik dat niet heb, en dat ik de zwemtrap niet geborgd had. En dat ik het touwtje even had losgemaakt om iets met de windvaan te doen. Shit. 


Duiken dus, zeven meter diep haal ik net en het is helder water. Maar de trap zie ik niet. Een paar keer duik ik naar de bodem, zwem er even langs de bodem en moet dan weer snel naar boven voor verse lucht. Shitshitshit. Het is lastig zoeken zonder referenties om je te orienteren onder water en na een paar vruchteloze duiken geef ik het op. Ik zwem maar wat rond en realiseer me dat we dit slimmer moeten doen.
Met de bijboot en mijn telefoon ga ik zo dicht mogelijk naar de plek waar ik de GPS positie hebben gezet en ik gooi er het kleine ankertje van de bijboot met een lijn en een aangeknoopte stootwil. Zo heb ik in iedergeval een indicatie van waar de trap in de buurt moet liggen.  Ik maak er nog een paar duiken maar zonder resultaat. 
In de jachthaven van Sesimbra blijkt een duikschool te zijn en ik bel ze om te vragen of ik een duikset kan huren. Dat kan en de volgende ochtend sta ik om negen uur bij de gesloten deur om te lezen dat ze uit duiken zijn en om half twee weer terug zijn. Nu heb ik voor niks mijn duiklog vol gelogen om de set te mogen huren. (bedankt voor de data Freek!)
Ik ga terug naar de boot en inmiddels is de wind gedraaid en liggen we een meter of veertig van het ankertje met de stootwil. We besluiten dan maar te gaan dreggen om de tijd te doden. Het valt niet mee omdat er nu meer wind is, en om ons een beetje beter te kunnen orienteren heb ik nóg een ankertje met stootwil neergelaten een paar meter naast de eerste. 

In de bijboot zittend tast Arianne de bodem af door een lijn met gewicht op de bodem te laten en dit steeds een stukje op te tillen en weer neer te laten terwijl ik rondjes roei om de stootwillen. Op een gegeven moment lijkt het wel steeds verder roeien te zijn en mijn vrees wordt waarheid: de stootwil die daar de hele nacht gelegen heeft is om een of andere reden nu ineens losgegaan. Het knoopje dat ik met haast gemaakt had was kennelijk niet goed. Shitshit. Nu ligt er ook nog een anker om op te duiken! Ik besluit mijn zwembroek maar weer aan te doen, want ik heb geen zin om te wachten tot de duikschool weer open gaat, en ik denk dat het anker makkelijker te vinden is omdat daar een lange rode lijn aanzit die nu dus over de bodem ligt. En dat klopt! Bij de eerste duik vind ik de lijn en net als ik weer naar boven wil zie ik ineens ook de zwemtrap liggen! Snel zwem ik met de lijn naar de trap en knoop deze er aan. Met mijn laatste adem zwem ik weer naar de oppervlakte en roep Arianne om de lijn over te nemen met de trap en het anker eraan. Dat lukt en zo hebben we ineens in één duik alle spullen weer in de bijboot liggen! Weer helemaal blij gaan we gauw naar de boot terug om alles op te ruimen en ons klaar te maken voor vertrek.
Dofijnen bij de boeg!
Eenmaal weer onderweg komen we dolfijnen tegen die even in de zon rond de boeg spelen. Maar later neemt de wind toe en we varen de nacht in met een niet heel goede weersvoorspelling, maar wel ruim voldoende wind en golven van achteren.

Deze Bladkoning (thx Eric!) kwam aanwaaien 15 mijl uit de kust..  
Hij wipte, te moe om bang te zijn, bij ons door de kuip.
Even later vloog ie weg. We hopen dat ie de kust gehaald heeft. 
 Dat hebben we geweten, want het werd een donkere en natte nacht met veel regen en wind van achteren. Heel oncomfortabel omdat de regen dan ook de kajuit inwaait. Dus na korte tijd zijn we allebei naar binnen gegaan met de luiken erin. Wekkertje  gezet en elke 12 minuten kijken we even uit het luik of er iets te zien is. Uiteindelijk hebben we alle zeilen behalve het grootzeil weggehaald en gingen we nog steeds 7 knopen. 's Nachts om 4 uur kwamen we bij de baai aan terwijl een enorme bui zijn water over ons uitstort en achter ons de wolken afwisselend flitsend verlicht worden door de vuurtoren en bliksem. Ik heb de radar aangezet en we proberen ons te oriënteren in het pikkedonker. Niet fijn dit. De kleine maar felle zaklamp is vannacht ergens gevallen en die kunnen we in de janboel van lijnen in de kuip ook niet meer vinden. De baai is niet moeilijk aan te varen, maar in deze omstandigheden toch lastig. We zijn moe en nat en willen graag ons bed in.
Voorzichtig naderen we de baai en omdat een van de lazyjacks vannacht uit de zaling gebroken is zit het grootzeil als een natte frot op de giek gefrommeld.  Dat komt morgen wel weer.
Met de oranje gloed van de kade en de achtergelegen weg vinden we onze weg tussen de voor anker liggende boten en laten ons anker zakken. Pff. Dat  zit er ook weer op. Wel weer ruim honderd mijl opgeschoten, en we hebben het meest westelijke puntje van het Europees continent (Cabo de sao Vicente) omzeild! Nu zijn we in de Algarve!
Een beugeltje was uit de zaling getrokken tijdens onze ruige tocht.
 En een leuver van het grootzeil gebroken. In de haven van Lagos weer gefixt.

Reacties