Bedenk hier een pakkende titel..


Het atol Tikehau meet grofweg 10 bij 16 mijl (18x30km). De meeste mensen die hier wonen leven in het dorp Tuherahera aan de zuidkant van het atol, maar er zijn er ook die een stuk grond hebben aan de noordoostkant, waar wij nu zijn. Een groot deel van de ring van land die dit atol vormt is aaneengesloten, of alleen met kleine ondiepe stroompjes ertussen waar zeewater door naar binnen spoelt.

Op de hele ring rond het atol wonen ratten. Niet inheems van origine natuurlijk maar het zijn er nu zoveel dat ze na de onbedoelde introductie hier de volledige vogelpopulatie hebben verjaagd en gedecimeerd door steeds de eieren of/en de jongen op te eten. 

Overigens ben ik er niet zeker van dat er een plaag is, ik heb namelijk nog geen rat gezien maar ik denk het wel want in bijna alle kokosnoten die we tegenkomen, en dat zijn er heel veel, zit een gat. Een rattengat. Momenteel leven de ratten namelijk niet meer van eieren of kuikens, maar van de kokosnoten. Ze klimmen in de bomen en knagen de kokosnoten kapot, waarna de noot na verloop van tijd met een gat erin uit de boom valt. Uit de kokosnoten met een gat, bijna allemaal dus, groeit geen nieuwe kokospalm meer.

De mensen die hier grond hebben bouwen er een eenvoudig huis dat vaak als weekend- of vakantiehuis wordt gebruikt. Slecht nieuws voor de ratten want door het onderhoud hebben de ratten minder schuilplaatsen. Alle palmbladeren, lege noten en kreupelhout worden verbrand. En ze voorzien de kokospalmen op hun land van een manchet gemaakt van een halve meter brede verzinkte dunne staalplaat. Deze wordt op een paar meter boven de grond om de stam gewikkeld en met een paar spijkertjes vastgezet. Een rat die naar boven wil klimmen komt daar niet langs; het staal geeft geen grip voor de pootjes. 

Binnen het atol varen we naar 'motu Puarua', vogel eiland. De kleine motu ligt zo'n 4 km van de randjes en is daarmee buiten zwembereik van de ratten. Een mooie plek voor de vogels om te broeden. Het lijkt ook wel of álle vogels van het atol hier nestelen. We treffen er één grote krijsende kraamkamer. Als we voorzichtig onder de bomen lopen zitten er vogels soms maar een meter van je af. Nesten in alle takken, nesten op rotsen, nesten in struiken. Wat opvalt is dat deze zeevogels niet echt handig zijn met bouwmaterialen en weinig oog hebben voor gezelligheid of comfort. Sommige jongen zitten op een mikado-achtig nest van een handjevol slordig tussen de rotsen gesmeten takjes. Home sweet home.










 De jongen blijven muisstil zitten omdat ze nog niet kunnen vliegen. Overal zijn nesten met loerende oogjes. Mooie kuikens, lelijke kuikens en kuikens die mooi zijn van lelijkheid. Sommigen zitten op of naast het nest, onwennig om zich heen koekeloerend en klunzig bewegend met hun groot gegroeide lijf met overal nog plukken dons. Wel in het nest willen maar te onhandig en groot zijn om er nog in te passen en te jong om er zelfstandig op uit te gaan. En wat zijn die rare flappers aan je voeten onhandig in de bomen!

Op de grond ritselt het overal van de krabben, er lopen er hier duizenden! Overal waar je stapt hoor en zie je krabben wegvluchten. Verschillende geluiden; krabben op hout, krabben op steen, krabben in bladeren. Maar allemaal met dezelfde paniekerige betraptheid maken ze zich uit de voeten. Als ik met mijn slipper een vluchtweg blokkeer, zorgvuldig mijn tenen intrekkend, maakt ie zich groot. Dwars bewegend en met de scharen in de verdedigingshouding maakt ie zich schijnboksend uit de voeten.

Op deze mooie plek krijgen we alleen af en toe bezoek van een bootje met toeristen die hier vanuit het resort een kijkje komen nemen. Ze lopen een uurtje over het eiland en dan gaan ze weer, de rest van de tijd hebben we het eiland voor onszelf. We blijven een paar dagen en gaan dan een eindje verder om te ankeren bij het 'Manta cleansing station'. Een wasstraat voor manta's dus, die zich daar laten oppoetsen en schoonknabbelen door remora's. Deze speciale vissen eten parasietjes en andere aangroei van de manta's huid en deze gaan daar dus speciaal heen voor een poetsbeurt. We nemen er een kijkje maar vanwege de wind is de ankerplek nogal onstuimig en bovendien staat in een pilot dat zich daar een 'spinnenweb van een oude parelboerderij' op de bodem bevindt. Op het rif staan nog een paar verlaten gebouwtjes van een voormalige parelkwekerij. Een goede plek dus om je anker lekker gordiaans in te vlechten met allerhande op de en boven de bodem zwevende kabels en lijnen, omhoog gehouden door de drijvers die je hier her en der op de riffen vindt. In combinatie met de harde wind lijkt me dat een heel slecht idee en dus varen we een dikke drie kilometer verder naar een betere ankerplek. 

De volgende dag gaan we de drie kilometer met de bijboot naar de plek. De wind is wat minder en het is niet heel comfortabel om zo'n eind met dat kleine rubberbootje op pad te gaan maar we zijn gewoon binnen het atol dus als er wat mis gaat met de motor ofzo dan drijven we gewoon richting het dorp, nog drie kilometer benedenwinds van ons. Niks aan de hand. 

 

We nemen water, extra benzine, handmarifoon en alle snorkelspullen mee en varen naar de voormalige parelkwekerij. We kunnen de dinghy vastmaken aan een grote luxe RIB die hier met twee Duitse toeristen aan het duiken is. 

Na een beetje rondzwemmen boven het rif, het is hier een meter of drie diep en het water is wat troebel door de wind van de afgelopen dagen, zien we ineens twee grote zwarte manta's uit de 'mist' opdoemen. Wat een mooie dieren! En groot! Ze meten van tip naar tip zeker drie meter en bewegen zich heel sierlijk. En dan nog twee! drie! We zien zes enorme manta's in een treintje met trage vleugelslagen achter elkaar aan over het rif vliegen. Wat gaaf!  De dieren zijn niet erg schuw ik kan onder water dicht bij ze komen. Goed te zien zijn de gestroomlijnde remora's die zich overal met hun zuignap vast plakken.

 

Een paar eilanden geleden had ik eens een Remora aan m'n kont hangen toen ik onder de boot zwom met mijn wetsuit aan. Het beest dacht natuurlijk dat ik groot vissebeest was. Heel gek om te zwemmen met zo'n levende staart, en als je 'r probeert weg te jagen gaat ze gewoon vlug op een plekje zitten waar je niet bijkunt. Tussen je schouders ofzo. Als je d'r even weg weet te jagen is ze in een seconde terug om zich weer vast te plakken aan je bovenbeen ofzo. Ik vond het wel vermakelijk, zo'n remora met verlatingsangst. Ze ging pas op zoek naar een andere partner toen ik de zwemtrap op ging.

Tot besluit zijn we naar het dorp gevaren, met vrij weinig beschutting niet echt een comfortabele ankerplek. En natuurlijk krijgen we dan juist een bui met bijna 8 bft wind erin. Nu maakte ik me geen zorgen over het anker, want dat lag diep ingegraven aan veertig meter ketting. Dat controleer ik (bijna) altijd met de snorkel. En ik heb ook een elastische lijn (oude sportklimlijn) als schokbreker die ik met een kettinghaak aan de ketting bevestig. 

Maar door de bui draaide de wind ook 90graden en daarmee kwamen we aan lagerwal te liggen, met het hele atol aan water voor ons. Dan bouwen de golven lekker snel op en voor we 't wisten lagen we zowat in de branding met het rif achter ons. De boot lag enorm te stampen in de golven en de ketting die strak wordt getrokken als achtenhalve ton boot naar achter en naar boven beweegt geeft een enorme piekbelasting op het anker. Een enkele keer gaan we zelfs met de boeg in het water om een stuk golf op te scheppen. De eleastische lijn vangt deze klappen wel op en rekt daarbij meer dan een meter heen en weer. En schuurt daarbij langs de nieuwe lier die iets hoger is dan de oude waardoor de lijn in korte tijd snel doorslijt. Snel naar het voordek dus om in te grijpen. Niet de meest comfortabele plek om te zijn zo'n nat en stampend voordek maar ik weet een korte lijn om de kikker te slaan en borg hiermee de ketting. Hiermee is de elastische lijn alleen niet meer werkzaam en nu heb ik een kromme kettinghaak als resultaat. Verbogen door het geruk. In Tahiti ben ik nog op zoek geweest naar een zwaarder stukje smeedwerk met dit in gedachten, maar dat kon ik nergens vinden. In plaats heb ik maar dezelfde nog eens gekocht. Ik heb dus nog een reserve. Maar eerst ga ik deze weer lekker recht proberen te timmeren.   

Inmiddels liggen we hier klaar bij de pas van Tikehau om nog wat te snorkelen en morgen zeilen we, met de volgens de laatste GRIB file (weerinformatie in grafische vorm) wat mildere tegenwind, naar Rangiroa, het grootste atol van de Tuamotus. 

Foto's volgen als we daar zijn, dan kunnen we weer een wifiplek opzoeken want met de mobiele data is het wat te prijzig qua data. En duurt langlanglang!  Dan zal ik de vorige twee blogjes daar nog wat mee opfleuren. 

-----

At 22-1-2021 20:18 (utc) our position was 15°00.38'S 148°16.36'W






Reacties

  1. Het avontuur gaat maar door. Prachtig om mee te lezen en een beetje mee te reizen. Dank voor de prachtige, gedetailleerde verslagen!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten