Springplank naar Hawai'i

Aankomst bij Ua Huka, lekker met de gennaker gezeild.

Van de week kwamen we aan bij Ua Huka. Je moet maar van me aannemen dat dit ook gewoon een bestaand eiland is. Onderdeel van de Markiezen-archipel. We zijn alles bij elkaar in drie van de vijf archipellen geweest. In de Markiezen hebben we Hiva Oa, Tahuata, Ua Pou, Fatu Hiva, Nuku Hiva en nu dus Ua Huku bezocht. Van de Tuamotus archipel zijn we in de atollen Raroia, Makemo, Tahanea, Fakarava, Tikehau, Rangiroa en Ahe geweest. En in de Society-islands archipel zijn we op bezoek geweest op de eilanden Tahiti, Moorea, Raiatea, Tahaa, Bora Bora en Huahine. Het meest westelijke punt dat we bereikten was Bora Bora. Maar dat hoef ik mijn lezers natuurlijk niet te vertellen want u heeft dat allemaal glashelder op een rijtje, leer mij u kennen!  De plannen die we hadden voor de archipellen Gambier en Australs zijn niet doorgegaan.

Inmiddels zijn we aan het einde van ons bezoek aan Frans Polynesië. We hebben uiteindelijk de plannen naar de Austral-archipel en Gambier niet uitgevoerd omdat we besloten naar het noorden te willen. Je kunt nu eenmaal niet alles zien en we willen ook wel weer even wat anders.

Het voelt ook goed om te vertrekken, we hebben veel gezien en ervan genoten maar na drie jaar zomer hebben we echt ook zin in een ander klimaat en in nieuwe avonturen, dieren en mensen.  

Ua Huka is ook heel mooi, hoewel wat droog nu in deze tijd van het jaar. Het is droger dan normaal horen we van lokale mensen. We zijn in de baai gaan liggen waar weinigen lang blijven vanwege de oncomfortabele swell. Er lopen namelijk oceaangolven de baai in. Dat geldt voor beide baaien aan de zuidkant hier en is de reden dat dit eiland door veel zeilers wordt overgeslagen. We zijn het enige jacht hier. Het is mooi rustig weer en we durven het wel aan. Anker erin, een meter of veertig ketting er achteraan terwijl we zachtjes achteruit varen om het spul netjes op de bodem te leggen. Dan nog even flink gas erop om het anker goed in de bodem te trekken. Zanderige kleigrond, geen millimeter beweging, die zit in ieder geval lekker goed vast. Aan de achterkant van de boot een tweede anker om te voorkomen dat we kunnen draaien als de wind draait of wegvalt. Nu liggen we opgelijnd tussen de twee ankers en blijven we deftig met de boeg richting de golven liggen. Dat is comfortabeler, want anders gaat de boot dwars liggen rollen als de wind wegvalt of draait. 

Met de bijboot gaan we naar het strand en natuurlijk waren we de lessen van de vorige strandlanding met branding alweer vergeten. Een paar keer heen en weer varen, de beste landingsplek zoeken. Hmm. Toch best hoge branding. Gauw terug als we in een brekende golf dreigen te komen. Wachten op een periode van kleinere golven. Ik probeer het goed uit te kienen door precies na een golf mee te varen om zo vóor de daarop volgende golf al hoog en droog op het strand te zijn. Alle gevoelige spullen zitten netjes in waterdichte tassen en Arianne houdt mijn wandelschoenen in de hand om te voorkomen dat ze nat worden als er onverhoopt toch water in de bijboot komt. Maar de golf haalt ons genadeloos in, pakt de boot en gooit deze dwars, we gaan bíjna over de kop en beide wandelschoenen kieperen met Arianne er nog aan vast uit de boot. Plons. Eenmaal verlost van deze ballast valt de boot weer terug met de goede kant boven en met mij er nog in. Nét niet op de kop gelukkig, dan had de hele buitenboordmotor uit elkaar gemoeten om zout water en zand eruit te spoelen.  Het is natuurlijk veel gemakkelijker om Arianne even uit te spoelen. Wat fijn dat zij dat ook weet en zich zo belangeloos voor de goede zaak opoffert door precies op het juiste moment uit de boot te lazeren.

We trekken nog wat nadruppend van zand en zoutwater de boot verder het strand op en knopen hem aan een boom. Op het strand vinden we een douche met zoetwater en dat komt goed uit; we spoelen de kleren uit met zoet water en wachten tot het weer een beetje opdroogt. Op een bord lezen we dat op dit eiland geen zwarte ratten zijn en hoe we kunnen voorkomen dat we ze introduceren. En ze hebben een getrainde hond die alle aan land komende vracht besnuffelt op ratten. Dit is heel belangrijk want het naburige eiland heeft met hetzelfde landoppervlakte maar de helft van de copra(gedroogde kokos) opbrengst vergeleken met Ua Huka en dit komt door de aanwezigheid van de zwarte rat. En eenmaal op het eiland krijg je 'm denk ik niet meer uitgeroeid. Ook herbergt dit eiland twee soorten vogels die nergens anders ter wereld meer voorkomen. We proberen het mooie vogeltje te spotten maar vooralsnog zien we alleen de kleine duifachtigen die je hier op alle eilanden ziet.

Een van de bedreigde vogeltjes op de poster. We hebben hem niet in het wild gezien.
Ik heb wel een blauw veertje gevonden in het bos. Ik denk van dit vogeltje..

Behalve mijn schoenen zijn we na een uurtje wel weer redelijk droog en bezoeken het dorp.

Aan de wandel treffen we wat jongelui die ons van bovenop een heuvel toezwaaien. Als we even later naar boven lopen blijkt hier de houtsnijschool gevestigd, en dit zijn de studenten. Het is ook een kookschool en agricultuurschool. Een kleinschalige beroepsopleiding met elf leerlingen in de houtsnijbusiness. Terry, de joviale directeur/ vice burgemeester van het eiland zwaait hier de scepter en dat doet ie goed, hij roept af en toe wat naar de jongens en meisjes en voor we het weten worden er stoelen neergezet en zitten we met koffie, water, een paar bananen en een groot bord tonijn in lekkere saus voor onze neus. "Eat, eat" zegt ie. Hij spreekt vrij goed engels en laat ons het schooltje zien. Ze maken mooie dingen met handgereedschappen en leren schaven, gutsen, zagen, boren en hebben ook wat machines staan voor het grovere werk. Ook leren ze over de geschiedenis en de patronen en symbolen van de oude Maori cultuur die in de stukken gebruikt worden om de tradities in ere te houden. Hij legt uit dat de leerlingen die het niet zo goed doen op de andere school hier een mooi vak kunnen leren.  

Terry en zijn leerlingen van de houtwerkschool.
In de toonzaal stonden prachtige werkstukken. 

Een dag later komen we bij een wandeling naar het naastgelegen dorp Jean Pierre tegen die vraagt of we mango's willen uit zijn tuin. Hij heeft er genoeg. Als we na de wandeling door het dorp terugkomen bij zijn huis staat er al een grote doos vol heerlijke mango's klaar en een grote zak limoenen. En hij nodigt ons ook maar gelijk uit voor lunch!. We eten gezamelijk lekkere kipstoof met rijst en praten met handen en voeten want we spreken nog altijd veel te weinig frans. Schandalig eigenlijk want we hangen hier al bijna een jaar rond.


Op donderdag komt de vrachtboot naar de baai, ze ankert een eind van de kant en brengt met een platte, van twee buitenboordmotoren voorziene boot een open containerbak naar het strand. We zitten eerste rang als we kijken hoe de goederen met vele handen van de boot geladen worden. De pakketten en zakken worden in een razend tempo ontladen terwijl de boot in de branding heen en weer klotst. Ondertussen worden ook alle klaarstaande zakken Copra (gedroogde kokos) gewogen, gelabeld en geadministreerd. 

De kokosnoten worden al onder de bomen uit de schil gehaald en geopend, de kokos behendig met een soort schoenlepel eruit gelepeld. Dan gaat het in zakken naar droogplaatsen als deze, waar het drie dagen in de zon gedroogd wordt. Dan gaat het opnieuw in de zakken voor transport naar Tahiti.




Hier ontmoeten we ook Dora in levende lijve, die bij alle werkzaamheden de wacht houdt. Dora is de speciaal getrainde rattenvangende hond die, eigenlijk best op haar gemakje, de aan land komende vracht besnuffelt op aanwezigheid van dit ongedierte. Ik denk dat ze een goede neus heeft want ze is heel relaxed en blijft meestentijds gewoon zitten en in de rondte koekeloeren naar het tumult om haar heen. Misschien wordt ze pas wild als ze een rat ziet? Het beestje komt niet over als een hyperactieve ratsnuffelaar. Drugshonden op luchthavens bijvoorbeeld zijn veel actiever op zoek, die willen echt scoren. Maar Dora wordt bovenop de lege jutezakken gezet waar de copra in vervoerd wordt. Ze snuffelt er wat aan, ruikt natuurlijk lekker naar kokos, waarna ze bovenop de berg gaat zitten. Ik was eigenlijk in gespannen afwachting van een wilde klopjacht maar er gebeurt niks. In de meeste gevallen is er niks aan de hand natuurlijk. Deze zakken komen na gebruik leeg retour naar de eilanden om opnieuw gevuld te worden. De copra van alle eilanden gaat allemaal naar Tahiti, waar je bij binnenvaren van de haven de zoete geur van de kokos kunt ruiken van het verwerkingsbedrijf die de olie uit de copra perst.

Dora krijgt de bedrijfskleding aan.

De rattenvanger van Ua Huka

De zakken copra worden door kranige mannen naar de boot gebracht. Eén zak is 25 kilo en ze rennen met twee op de schouder op blote voeten naar de boot! 


Van een 'agent de biosecurité' krijgen we een foldertje met informatie over de manieren om te voorkomen dat er ratten op het eiland kunnen komen. Bij ons aan boord wordt wel ook wel 's nachts aan het brood geknaagd, maar dat doet Arianne die zichzelf regelmatig 's nachts bijvoedert. (Zie je overigens niks van)

In de ochtend bezoeken we nog even de kerk, die hier druk bezocht wordt. Een uur zitten we op een keiharde houten bank (alles is houtsnijwerk in deze kerk, ook alle verbeeldingen van de kruisgang) rondgapend naar de knappe kindertjes in hun zondagse kleren die verveeld om zich heen kijken en onder de banken spelen. Verstaan doen we niks maar er wordt mooi gezongen. De katholieke mis is in de marquesas taal, maar het standaard gebed halen we er nog wel uit omdat de stem van de pastoor dan monotoon wordt, alles een octaaf omlaag gaat en iedereen ernstig kijkend meemompelt. En het eindigt met een kruisje slaan, dat geeft het ook wel weg. 

In de middag gaan we op uitnodiging nog op bezoek bij de familie Fournier en we eten gezamelijk een lekkere lunch. De conversatie in het frans met de familie gaat deels met handen en voeten. Maar samen eten verstaat iedereen. We voelen ons heel welkom. 





Een paar lokale kinderen willen een ritje maken met de dinghy.
Lunapark Joy is in business.

Twee handjes vol broodfruit... 

...bakken we lekkere dikke frieten van!

Met dank aan fam. Fournier voor alle lekkernijen. 


Piramidevormige motu voor de ankerbaai

Zeepaarden in de baai!

Museum in Ua Huka, tevens souvenirshop.


Ook hier weer zeer veel houtsnijwerk, een voorname
inkomstenbron voor veel mensen op het eiland

Mannetje met vrij groot hoofd. Alles in verhouding natuurlijk. Penis tot onder de knie.


Er zijn veel paarden op het eiland die worden gebruikt bij de copra oogst.


Maria in de kerk, uit het juiste hout gesneden.



Het dorp met smalle wegen is groen en weelderig met mooie bloemen,
de tuinen en bermen worden netjes bijgehouden.



Bron van inkomsten: de kokos komt zo uit de lucht vallen. 



Voor de laatste twee dagen liggen we in 'baie Haavei', naast dit plateau-eiland waarop duizenden vogels nestelen. Inwoners van Ua Huka gaan hier heen om eieren te rapen. Er hangt een klimtouw tot aan het water om erop te komen vanuit de boot en je moet een stevige muts op want de eieren worden met scherpe snavels verdedigd!



Dit Amerikaanse stuivertje vonden we op zoek naar een paar dollars in de boot, in
voorbereiding op de oceaanreis naar Hawaii.
Een toepasselijk toeval!

Dit is het laatste blog voorlopig met foto's, want we vertrekken maandag voor de 2000mijls tocht naar Hawai'i. We denken er ongeveer 18 dagen over te gaan doen maar dat hangt natuurlijk van de omstandigheden af. 
Doelbestemming is Hilo, op het hoofdeiland ('big island') van Hawai'i. Onderweg zal ik wel af en toe een bericht op de blog plaatsen via de kortegolfzender zoals ik dat eerder ook deed met de vorige lange  oceaanoversteken. We hebben er zin in en zijn er weer helemaal klaar voor. 


Voor de mensen die de blog in de mail krijgen: 
Meer (oudere) blogs en reactie mogelijkheid: bezoek onze pagina op joyopreis.blogspot.com


Reacties